| Het gerst dat op het land groeit, is de grondstof voor bier. Van deze gerstkorrels moet eerst ‘het kaf van het koren gescheiden worden’, met behulp van deze maalmolen. |  |
 | Het gemalen gerst wordt geweekt in warm water. Dit heet ‘maischen’. Hierbij worden de suikers en smaak, geur en kleurstoffen uit de gerst geëxtraheerd. Het water dat hierna overblijft noem je ‘wort’. Dit water bevat veel suiker. |
| Om het ‘wort’ te ontdoen van het gerst wordt dit eruit gefiltreerd. Hierbij blijft alleen het ‘wort’ over en de gerstdeeltjes die eruit gehaald worden noem je ‘bierborstel’. ‘Bierborstel’ wordt als restproduct vaak gebruikt als voer voor boerderijdieren. Zodoende heeft het nog een nuttige bestemming. |  |
| Het overgebleven wort, wordt hier gekookt. Tijdens het koken wordt er hop toegevoegd. Dit is een natuurlijke plant die zorgt voor extra smaak aan het bier. Ook bevordert het de schuimkraag en blijft het bier erdoor langer houdbaar. |
| Als laatste wordt het overgegoten in de gistemmer. Hier wordt ook de gist bijgevoegd. |  |
| De gistemmer wordt luchtdicht afgesloten om bacteriën van buitenaf tegen te houden. Tijdens het gisten wordt er alcohol en CO2 gas aangemaakt. Dit gas kan via het waterslot bovenop de emmer naar buiten ontsnappen zonder dat er lucht van buiten naar binnen kan. |
